Stella, beste vriend,

Toen ik je vrijdag in de auto van Linda, je schoondochter, tilde om naar het ziekenhuis te gaan en je hevige pijnen had in de rugstreek, wist ik hoe laat het was. Ik keek nog naar de achterlichten van de auto, die ik op de Zoniënwoudlaan in de verte zag verdwijnen, en besefte dat je uw geboortedorp Rode niet meer zou terugzien.

Voor je ‘vertrok’ had ik je nog graag bedankt voor de jarenlange vriendschap en de levensweg die wij samen aflegden, maar ik kreeg het niet over mijn lippen.

Zo ver mijn geheugen reikt, heb ik je altijd gekend. Met een bijnaam als ‘Stella’ stond het in de sterren geschreven dat je brouwer zou worden. Je nam de goed draaiende zaak van je vader over en je was ‘onzen brouwer’ toen ik nog in korte broek rondliep. Je leverde ons van die fel gekleurde frisdrank, toen nog ‘limonade’ geheten. Ik herinner mij dat je zei: “Hoe meer kleur en suiker menneke, hoe lekkerder”. In 1958 huwde je de mooie Annie Decorte, dochter van je concurrent Bob (den brouwer). Jullie huwelijk werd gezegend met twee kinderen, Luc en Carine, maar strandde eind jaren ‘70.

Ik leerde je beter kennen in 1980 toen ik het secretariaat van de WTC de Hoek overnam van Julien Sergeys, en jou als voorzitter had. Wij werkten tien jaar samen in het WTC-bestuur en bleven vrienden voor het leven. Fantastische jaren en vakanties hebben wij samen doorgebracht met onze families en vriendenkring, onder meer in Spanje. Het was onze ‘wilde haren’-periode, een leuke tijd die ik nooit zal vergeten en helaas voorgoed voorbij is.

Als mens heb ik je altijd geapprecieerd, je was soms nogal impulsief en je zat nogal vlug ‘op je paard’ maar je was ook zo gevoelig. Je was een knappe vent met charisma en humor, die veel vrouwenharten sneller deed kloppen. De breuk met je tweede echtgenote Mieke was een zware dobber voor jou. Je blik werd leeg en je energie doofde langzamerhand uit. De zin om er nog eens op uit te trekken en samen een pint te gaan pakken (o.a. met je vriend Michel Merckx) was voorbij, jij die altijd de eerste was om er eens in te vliegen. Ik vond het spijtig dat je niet veel meer uit je zetel kwam, maar het was waarschijnlijk ‘de ziekte’ die zich al manifesteerde. Je
vertrouwde mij toe dat je veel steun had van je zoon Luc die dagelijks over de vloer kwam, en dat je hem zeer dankbaar was.

Bij elke ontmoeting vroeg je mij hoe het zat met de WTC, zelfs nog bij onze laatste babbel. Het bleef ergens ‘je kind’ en dat kan ik best begrijpen als je 20 jaar voorzitter en tevens stichter bent geweest. Ik zal je hard missen, zoals vele anderen uit onze vriendenkring.

Je vriend en gewezen secretaris,

Christian

zaterdag 18.12.2010