Verslag van Christian Nekkebroeck
De stortbuien van 14 augustus demotiveerden ongetwijfeld veel leden om de fietstocht van 15 augustus aan te vangen. De weinige aanwezige moedigen waren Demol, Feyaerts, Laurent, Nekkebroeck, Paesmans, Pintus, Stoffels(JP), Truyaert, Vandevelde, Walschot en baankapitein Schipper Daniël. Een ‘delegatie’ vertrok mee met de groep maar keerde na een veertigtal kilometers terug naar huis. Ze kwamen hoe dan ook van pas door op kop te rijden tegen de forse westenwind in. We vertrokken om 8u05 in de richting van Nijvel, Ronquières, en zo tot in Familleureux. Vandaar werd, langs de bootlift van Strépy, het kanaal een 30-tal kilometers gevolgd tot voorbij de ‘Grand Large’ ten noorden van Bergen. Iets voor de afdaling naast de bootlift van Strépy viel Patrick plat, en (toeval of niet?) vanaf dan kwam de zon af en toe eens door de dreigende regenwolken piepen. Na de ‘Grand Large’ (de grote plas water met veel zeilbootjes, te zien vanop de snelweg naar Parijs) verlieten wij het kanaal en reden richting Beloeil. We hadden inmiddels al een 80 km op de teller staan, toen we afstapten om te gaan eten in een taverne ter hoogte van Sirault. Koud was het niet, en we beslisten om op het terras te eten. Als goede baankapitein ging Schipper de tafel wat heffen om het laagje regenwater van de voorbije nacht te laten wegvloeien. Giovanni, die al aan tafel zat, had hij niet opgemerkt met als gevolg dat een kwak water terecht kwam op de schoot van onze ‘italjonder’. Tijdens het eten richtte Giovanni zijn voorkant naar de zon, maar zijn koersbroek wilde maar niet drogen zodat hij dan maar wc-papier in zijn koersbroek stopte. In snelgenomen bochten zagen wij op de terugweg af en toe een velletje papier voorbij vliegen… Die terugweg richting Beloeil-Lessines was iets heuvelachtiger (de hoogtemeter van Schipper duidde op het einde van de tocht 900 m hoogteverschil aan). Het waren rustige baantjes met weinig verkeer.
Hugo had zijn parcours eens te meer goed bestudeerd.Er werd een goed tempo aangehouden. Johan Vandevelde, in bloedvorm, nam het grootste gedeelte van de terugweg voor zijn rekening (op de kop).
Op de heuvels lieten Arthur, Fons, Patrick zich verleiden door een sprintje. Jean-Pierre goed getraind terug van zee ging gemakkelijk mee. Dirk had nog wat last in de benen van de dodentocht (100 km) waaraan hij deelnam. Merkwaardig hoe snel Dirk zijn spieren recupereren van de overgang stappen-fietsen.
Wij kregen regelmatig afkoeling van de regenplassen op het wegdek, maar bleven altijd gespaard van regenbuien. Het museum waar we normaal een halte gingen houden lieten wij links liggen, iedereen verkoos om verder te fietsen zolang het droog bleef. Waarschijnlijk een wijze beslissing. Pas ter hoogte van Sint-Pieters-Leeuw kregen wij een 500-tal meters regen te verwerken. Halle was al in zicht, in Huizingen ging Gust aan Lea (standhouder op de rommelmarkt) nog vlug een zoentje geven. Je kon het merken aan zijn glimlach: het deed deugd. In Dworp dronk hij zijn kruikje leeg: “dit is de laatste maal dat ik vandaag water drink” zei hij. Ik kan het bevestigen: hij dronk in het Brouwershuis en op de BQ iets anders. Iets voor 15 uur kwamen wij toe in Rode en op de teller stond een 165 km. Onze chauffeur Olivier (zoon van Arthur), Hugo en Toine (voor groep 3) ontvingen uit handen van voorzitter Miel, tijdens de BQ, de traditionele rode fles wijn als dank voor hun inzet. Het werd eens te meer een geslaagde BQ avond…
De expé
18/08/06