Fotoalbum
Verslag Peter Bellemans
Voor Luc,
De tocht naar de top van de hellingen was lang en zwaar maar boven scheen de zon en was de hemel blauw.
zaterdag 6 november 2010
Op het ledenfeest van de club laat ik me er door mijn tafelgenoten toe verleiden om samen onze klimcapaciteiten te gaan meten tijdens La Marmotte. Wat Google en ander zoekwerk leert me dat de Marmotte tot één van de zwaarste cyclosportieven voor wielertoeristen wordt gerekend. Een tocht van 174 km en 5000 hoogtemeters brengt je vanaf Bourg d’Oisans over de legendarische col du Glanbon (1924m), col du Télégraphe (1556m), col du Galibier (2646m) en Alpe d’ Huez (1815m), Als ik ons project aan familie en vrienden uitleg krijg ik telkens opnieuw dezelfde vraag in hoeveel dagen we die fietstocht zullen doen.
In daaropvolgende wintermaanden worden trainingsschema’s uitgewerkt. De hele wetenschap van verzetstabellen, trapfrequenties, fietsafstelling, klim- en traptechniek, hartslagmeting, voeding, suikers, koolhydraten enz wordt erbij gehaald.
Wim, Rob en Steve ontpoppen zich als de ideale begeleiders, de mental coaches. Wim is de ervaringsdeskundige bij wie we vooral terecht kunnen voor technisch advies, Rob en Steve zorgen voor een trainingsschema met extra lange en zware oefenritten waarvan achteraf zal blijken dat ze in niet onbelangrijke mate hebben bijgedragen tot het succes van de expeditie.
Woensdag 29 juni 2011
Na een autorit van 10 uren komen we om 18u30 aan in Alpe d’ Huez. Unaniem besluiten we om eerst wat te gaan eten en nadien onze intrek te nemen in de appartementen die Manu voor ons heeft gereserveerd.
Aan tafel worden de eerste gedachten gewisseld over de klim van de Alpe. Vooral de eerste kilometers vanaf Bourg d’Oisans hebben indruk gemaakt. Vanaf dan zal La Marmotte elk gesprek in de groep blijven beheersen.
Donderdag 30 juni 2011
Wim, Luc, Bruno, Koen en ikzelf besluiten om de Alpe d’Huez af te dalen tot Bourg d’Oisans, beneden rechtsomkeer te maken en de Alpe te beklimmen. Ik heb de indruk dat we allemaal vooral willen weten hoe die eerste zware kilometers van de col aanvoelen. Netjes op een rij dalen we af terwijl we ons overlaten aan de wetmatigheden van de zwaartekracht. Ik hou van afdalen. De concentratie, het inschatten van de bochten, remmen op het juiste moment en vooral de snelheid bezorgen me altijd opnieuw zo’n zalig gevoel van vrijheid. Alles even los laten, flirten met de grens zonder overmoedig of roekeloos te worden. Het maakt altijd weer de vrijbuiter in me wakker. Voorbij Alpe d’Huez village gaat het verkeerd. Luc verliest op een tamelijk recht stuk even de controle over zijn fiets, raakt daarbij een boordsteen en komt lelijk ten val. Het ziet er niet goed uit.
De positie van zijn schouder voorspelt weinig goeds.
Hij wordt naar het ziekenhuis van Bourg d’Oisans overgebracht. De urgentiearts besluit dat het best is om Luc voor diepgaander onderzoek door te verwijzen naar het Universitair ziekenhuis van Grenoble. Een ambulance brengt hem naar het “Hopital du Nord”. Diagnose ; gescheurde banden aan het schoudergewricht en wat schaaf- en snijwonden. Exit Luc.
We worden er allemaal stil van. Wim, Bruno en Koen die het allemaal voor zich zagen gebeuren zijn danig onder de indruk. Vooral Wim heeft het moeilijk. Wat liep er mis. Hoe kon dit gebeuren op een zo goed als recht stuk weg. Allemaal vragen die door onze hoofden spoken. Die avond nog halen we Luc op in Grenoble.
Vrijdag 1 juli 2011
Vandaag wordt vooral een rustdag. Na het ontbijt halen we onze startnummers en chips af in het centrum dat de organisator “Sportcommunication” voor de gelegenheid heeft opgericht op het centrale plein van het dorp. We schuiven aan in de lange rij wachtenden en krijgen zo al een klein voorproefje van wat ons morgenochtend in de straten van Bourg s’Oisans te wachten staat. Nadat we de nummers hebben opgehaald kuieren we nog wat rond langs de
stands met fietsmateriaal die voor de gelegenheid het plein hebben ingepalmd. Shimano, Compagnolo, Mavic, allemaal zijn er aanwezig om er hun materiaal aan te prijzen. We aanschouwen al die mooie dure dingen als kinderen in een speelgoedwinkel.
De rest van de dag wordt gevuld met gesprekken, theorieën, hypotheses en van dat meer over de grote tocht van morgen.
Als avondmaal eten we – hoe kon het ook anders – pasta.
Zaterdag 2 juli 2011
Na een een minder goede nachtrust stap ik om 5u30 uit bed. Bruno Janssens is op dat ogenblik al bijna klaar om te vertrekken. Zijn resultaten van vorige edities waren zo goed dat hij om 7u10 met de betere fietsers aan de start wordt verwacht. We wensen hem veel succes.
We nemen de tijd om wat te eten en ons lichaam even rust te gunnen. Nadien gaat het richting Col du Galibier een klim van 18 km en 1245 htm. In de eerste strook tot Plan Lachat krijg ik het voor eerst wat moeilijk. Een koekje, een drankje en een energiegel herstellen de krachten voor ik
het zwaarste stuk van de beklimming trotseer. In die laatste 8 kilometers slingert de weg zich boven de boomgrens van haarspeldbocht naar haarspeldbocht tot op de col. Dit blijkt achteraf het mooiste stuk van de tocht te zijn.
Vanaf de Galibier volgt een afdaling waaraan geen eind lijkt te komen. Beneden slingert te weg zich langs de rivier La Romanche in de richting van Bourg d’Oisans. Tijd om het lichaam wat recuperatie te gunnen.
Rond 7 u is het dan onze beurt om samen af te dalen naar het vertrekpunt in Bourg d’Oisans. Het is op dat ogenblik 6 graden en de gevoelstemperatuur ligt volgens de weersvoorspellingen nog een stuk lager. Koud!!!
Bevend en bibberend van de kou bereiken we het dal. De hoofdstraat van Bourg d’Oisans heeft zich intussen al gevuld met een mensenzee aan wielertoeristen. Uit alle mogelijk contreien blijken die te zijn samen gewaaid voor die ene heroïsche tocht La Marmotte.
Even na 8 uur zet de massa zich in beweging, Via een vlakke aanloop van een tiental kilometers rijden we in de richting van de eerste klim van de dag, de col du Glandon. Wim, Koen en Marc zijn duidelijk de betere fietsers uit ons gezelschap en trappen van bij het begin al een tandje sneller dan Manu, Dizze en ikzelf. De Glandon dient zich aan als een onregelmatige col met ups en down, zachtere stukken die worden afgewisseld door taaiere kilometers. 24 kilometer en 1152 hoogtemeters later bereik ik de top. Manu is er op dat ogenblik al en Dizze laat niet lang op zich wachten. We banen ons een weg door de massa om in de proviandstand wat koekjes bij elkaar te graaien en zetten onze tocht verder. Daarna volgt een afdaling waarvan de tijdsmeting uit veiligheidsoverwegingen wordt geneutraliseerd. Beneden in het dal volgt het parkoers via Saint-Jean de Maurienne de richting van de col du Télégraphe. Zoals voorspeld door Luc en Wim is de Télégraphe een goed verteerbare col met een zeer regelmatig stijgingspercentage.
12 kilometers en 856 hoogtemeters en de tweede opdracht van de dag is volbracht. Even voorbij Valloire besluiten Manu en ik om een middagpauze in te lassen.
Manu en ik bereiken samen de voet van de Alpe d’Huez. We laten de proviandpost van de organisator links liggen en besluiten om onmiddellijk het eerste taaie stuk van de klim aan te vangen. Het lichaam wil nog mee en het zelfvertrouwen doet de rest. 13 km en 1071 hoogtemeters vormen samen de laatste missie van de dag. De eerste kilometers zijn loodzwaar. Daarna volgt een stijgingspercentage dat nog te verteren valt. Vanaf d’Huez village krijg ik zicht op het skistation waar de finish ligt. In het gezelschap van een groepje Denen worden de laatste kilometers afgelegd. Na 10 uren en 28 minuten bereik ik de eindmeet. De voldoening is groot, Het was goed, het was zwaar maar bovenal was het vooral heel mooi.
Peter Bellemans
Ain’t no mountain high enough (verslag Manu Dewit)
Dit WTC-verhaal werd eigenlijk al geboren op 16 juni 2007, de WTC-uitstap naar de Alpen. Op die dag beklommen we de col du Glandon, Télégraphe, Galibier. De kleine Marmotte dus. Er werd toen al gemijmerd, we komen hier ooit terug om de Marmotte helemaal te rijden!
In 2010 kwam mijn vriend Michel Mougros dan met het idee om deel te nemen met de club aan “the Legend” in 2011, op de officiële dag. Ondanks medische problemen kon hij er spijtig genoeg niet bij zijn. Ik nam het heft in handen en begon met een artikel in september. Tegen eind november waren er 8 kandidaat strijders : Luc Aucremanne, Peter Bellemans, Eddy De Neyer (Dizze), Wim Denayer, Koen Destrijker, Manu Dewit, Bruno Janssens, Marc Wouters.
Begin december hield ik dagelijks nauwgelet de sportcommunication.com website in het oog voor de opening van de inschrijvingen. Ik wist dat we snel moesten zijn. Op 11 december schreef ik ons in, op 14 december was het al gedaan met inschrijven. (max. 7000 deelnemers)
De verdere voorbereiding kon nu echt beginnen zoals accomodatie, … Ook het lichaam diende ge-fine-tuned te worden. Ik vermagerde 6 kilo op enkele maanden, we reden brevetten zoals Petegem Classic, Mons-Chimay-Mons, Bilzen Classic, het zware Hamoir brevet en de zware toer van Rob tijdens de Riemst clubuitstap. Ik was er klaar voor. Mijn lichaam, capaciteiten en beperkingen kennende, en met de ervaring van vorige bergtrips wist ik dat het zeer zwaar zou worden. Uitrijden was mijn boodschap. Zo ook die van mijn maatje Dizze. Met zijn mobilhome en met Marc reden we gedrieën woensdag na het werk op. De rest was al ’s morgens vertrokken. Het verhaal van Luc kennen jullie al.
We waren allen erg aangeslagen van het voorval. Gelukkig is Luc vrijdag naar België gerepatrieerd. Donderdag en vrijdag fietste ik als enige niet. Rusten, rusten en nog eens rusten. Aan de start staan met een volle, volle tank. Na goede nachtrusten was het zaterdag zover. Met Dizze en Peter richting col de Glandon die ik op mijn tempo nam. Boven wat wachten tot we weer samen waren. Peter daalt sneller dan ons en waren we bij de afdaling al snel kwijt. Ik bleef bij Dizze op het stuk tot aan de Télégraphe. Een verradelijk stukje vals plat omhoog. Met Dizze in mijn wiel reed ik van groepje naar groepje, regelmatig zelf een wiel kiezend om krachten te sparen. Aan de voet van de Télégraphe zei ik Dizze opnieuw vaarwel en reed alleen deze klim op met het idee van misschien Peter nog eens tegen te komen. In Valloir kwam ik terug tot bij Peter. We hebben er samen wat gezeten, gegeten, gedronken en zijn dan met 2 aan de Galibier begonnen. Het weer was prachtig. Rond de 20 graden en volle zon. Genieten van het prachtige landschap.
2 kilometer voor de top van de Galibier heb ik Peter moeten laten gaan. Ik wou me nog niet helemaal opblazen. De Marmotte begint eigenlijk pas aan de voet van Alpe ‘d Huez zei een vriend op het werk me. In het stuk naar Bourg d’Oisans kwam ik opnieuw terug tot bij Peter. We begonnen samen aan de Alpe. Aanvankelijk ging dit goed en reden we redelijk gezwind een pak mensen voorbij. Het viel me op dat er al veel mensen dood zaten, niet vooruit gingen, stopten.
Na enkele bochten kwam ik dan toch ook de man met ne serieuze hamer tegen. Ik begon zelf een plaatsje te zoeken om even te stoppen en bij te komen. Niet gemakkelijk want op elk muurtje in de bochten zaten mensen te hijgen, puffen, rood aangezicht, sommigen zelfs aan het braken. Het werd een kalvarietocht. Maar de top zou ik halen, zeker weten. Verstand op nul en stampen maar. Bij het binnenrijden van Alpe d’Huez veranderde het gevoel plots naar euforie. Ik ging begod weer harder te rijden in die laatste straten.
Aan de finish kwamen enkele van mijn reisgezellen me tegemoet. Ik was super blij hen te zien. We waren daar toch wel met een leuke bende bijeen. Ik was stikkapot en moest meteen aan den Dizze denken. Ik dacht dat hij die zware Marmotte misschien niet zou uitrijden. Bruno zei me van nog wat te wachten. Na mijn douche op het appartement plofte ik me neer in de zetel en belde den Dizze. “Dizze, Manu hier, waar zitte gij ergens ?” En weet je wat die met een zeer gelukkige toon zei : “Ik ben hier just aan de finish toegekomen sè.” Het deed me enorm plezier dit te horen. We hadden het allemaal gehaald. ’s Avonds op restaurant kreeg ik moeilijk eten binnen. Ik was echt diep gegaan die dag. Maar na wat gewandel en enkele pintjes kwam ik er weer bovenop. Deze trip is er eentje om in te kaderen. Prima organisatie van de cyclosportief zelf, toffe wtc-bende, prachtig weer en omgeving, …. wat kan het leven oh zo mooi zijn.
Manu Dewit